inloggen / registreer

Jurisprudentie

BB8108

Datum uitspraak2007-11-14
Datum gepubliceerd2007-11-19
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers75540 / HA ZA 06-283
Statusgepubliceerd

Indicatie

Schade als gevolg van het moeten dulden van een overstortleiding waardoor ongezuiverd rioolwater werd geloosd.

Uitspraak

vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 75540 / HA ZA 06-283 Vonnis van 14 november 2007 in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FORTISSIMO BELEGGINGEN B.V., gevestigd te Tytsjerk, eiseres, procureur mr. W. Sleijfer, tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE TYTSJERKSTERADIEL, zetelend te Burgum, gedaagde, procureur mr. M. Bauman. Partijen zullen hierna Fortissimo en de Gemeente genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - het tussenvonnis van 4 juli 2007 - het proces-verbaal van comparitie van partijen van 31 oktober 2007 - de akte tot overlegging produkties van de Gemeente 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De verdere beoordeling 2.1. De rechtbank verwijst naar en neemt over hetgeen zij bij vonnis van 4 juli 2007 heeft overwogen en beslist. 2.2. De rechtbank heeft Fortissimo in de gelegenheid gesteld ten aanzien van de schade als gevolg van het moeten dulden van de noordelijke overstortleiding ter comparitie nadere informatie te verstrekken en nadere stukken in het geding te brengen. De rechtbank heeft partijen in overweging gegeven zich te vergewissen van de in den lande door verschillende leidingbeheerders aan grondeigenaren toegekende schadeloosstellingen, alsmede van de in het kader van de Belemmeringenwet privaatrecht toegekende schadevergoedingen. Fortissimo heeft ter comparitie geen nadere stukken in het geding gebracht. De Gemeente heeft ter comparitie betoogd dat voor de bepaling van de schade aansluiting kan worden gezocht bij de LTO Nederland-Gasunie tarieven 2007 en dat op basis van die tarieven de schade gesteld kan worden op EUR 620,80. Fortissimo heeft deze berekening geaccepteerd. De rechtbank is van oordeel dat de aldus door de Gemeente opgestelde en door Fortissimo geaccepteerde berekening leidt tot een aan Fortissimo toekomende vergoeding die in overeenstemming is met de aard van de schade die Fortissimo heeft geleden als gevolg van het moeten dulden van de noordelijke overstortleiding. De rechtbank zal daarom de Gemeente veroordelen het genoemde bedrag aan Fortissimo te betalen. De rechtbank zal de Gemeente verder veroordelen tot betaling van de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 februari 2003, zoals Fortissimo heeft gevorderd. De Gemeente heeft zich als zodanig tegen deze wettelijke rente niet verweerd. 2.3. De rechtbank heeft Fortissimo bij genoemd vonnis verder in de gelegenheid gesteld ter comparitie nadere informatie te verstrekken en nadere stukken (zoals taxatierapporten en facturen) in het geding te brengen ter onderbouwing van de door haar gestelde schade als gevolg van lozingen van ongezuiverd rioolwater door de Gemeente op de zandwinput van Fortissimo. De rechtbank heeft daarbij overwogen dat het op de weg ligt van Fortissimo om aan te tonen welke schade zij als gevolg daarvan concreet lijdt. Fortissimo heeft geen nadere stukken ter onderbouwing van deze schade in het geding gebracht. Ter comparitie heeft zij aangevoerd dat er geen stukken, zoals de door de rechtbank gesuggereerde taxatierapporten en facturen voorhanden zijn, waaruit de door haar gestelde schade kan blijken. Wat betreft de waardevermindering van haar eigendommen heeft Fortissimo gesteld dat door haar geconsulteerde makelaars hebben gezegd dat er sprake is van waardedaling, maar dat die makelaars de omvang daarvan niet kunnen of willen noemen. Fortissimo heeft geopperd dat de schade door deskundigen zou kunnen worden vastgesteld. 2.4. De rechtbank overweegt dat Fortissimo de door haar gestelde schade als gevolg van lozingen van ongezuiverd rioolwater door de Gemeente op de zandwinput van Fortissimo onvoldoende heeft onderbouwd. Ieder inzicht in de aard en omvang van de schade ontbreekt, terwijl er ook onvoldoende feitelijke uitgangspunten zijn aan te wijzen die zouden kunnen rechtvaardigen dat de rechtbank een deskundigenbericht gelast ter berekening van de schade op de wijze zoals die de rechtbank blijkens het vonnis van 4 juli 2007 voor ogen staat. De vordering van Fortissimo tot vergoeding van de door haar geleden schade, voor zover die het onder 2.2. genoemde bedrag te boven gaat, zal daarom worden afgewezen. 2.5. De Gemeente heeft nog aangevoerd dat de door Fortissimo gestelde schade die een gevolg is van de lozingen op de zandwinput op grond van artikel 6:101 BW geheel of gedeeltelijk voor rekening van Fortissimo moet blijven. Wat er van die stelling ook zij, gelet op het voorgaande is een oordeel op dit punt voor de beslissing niet meer van belang. Wat partijen verder nog hebben aangevoerd, moet geacht worden in voorgaande overwegingen besloten te liggen. 2.6. De rechtbank zal de vorderingen van Fortissimo toewijzen op de wijze zoals in het dictum geformuleerd. Gelet op de uitkomst van deze zaak is Fortissimo als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij te beschouwen, zodat zij in de kosten van de procedure aan de zijde van de Gemeente zal worden veroordeeld, berekend op basis van het primair door Fortissimo gevorderde bedrag. De kosten aan de zijde van de Gemeente worden begroot op: - explootkosten EUR 0,00 - vast recht 4.667,00 - getuigenkosten 0,00 - deskundigen 0,00 - overige kosten 0,00 - salaris procureur 9.633,00 (3,0 punten × tarief per punt EUR 3.211,00) Totaal EUR 14.300,00 3. De beslissing De rechtbank 3.1. veroordeelt de Gemeente om aan Fortissimo te betalen een bedrag van EUR 620,80 (zeshonderdtwintig euro en tachtig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6: 119 BW over het nog niet betaalde deel van het toegewezen bedrag vanaf 12 februari 2003 tot de dag van volledige betaling, 3.2. veroordeelt Fortissimo in de proceskosten, aan de zijde van de Gemeente tot op heden begroot op EUR 14.300,00, 3.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad, 3.4. wijst het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is gewezen door mr. J. Smit en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2007.?